De nieuwe Wet Vrij en Veilig Onderwijs (2026)

Laatste aanpassing: 27 juni 2025

Hoewel er nu al verschillende verantwoordelijkheden bestaan – zoals het signaleren van risico’s, het bieden van ondersteuning en het waarborgen van een veilige leeromgeving – beoogt de Wet Vrij en Veilig Onderwijs de veiligheid op school verder te versterken. Deze wet is bedoeld om scholen meer duidelijkheid te geven over hun verantwoordelijkheden en biedt hiervoor concrete handvatten.

Het wetsvoorstel treedt naar verwachting op 1 augustus 2026 in werking. Het is verstandig dat scholen zich tijdig voorbereiden door hun veiligheidsbeleid, protocollen en organisatie te actualiseren, zodat zij aan de nieuwe wetgeving kunnen voldoen zodra deze van kracht wordt, en zo een veilige omgeving kunnen blijven garanderen voor leerlingen, ouders en personeel.

Hieronder een aantal belangrijke punten uit de Kamerbrief over deze nieuwe wet:

1. Aanstellen van veiligheidcoördinator en vertrouwenspersoon
Scholen worden verplicht om twee vertrouwenspersonen aan te stellen: één interne en één externe. De vertrouwenspersonen hebben een onafhankelijke positie, brengen jaarlijks verslag uit en geven advies over het veiligheidsbeleid. Ook wordt iedere school verplicht om een coördinator voor het veiligheidsbeleid aan te stellen. Deze persoon vervangt de eerdere pestcoördinator en heeft een bredere taak rondom sociale veiligheid.

2. Registratie en meldplicht bij incidenten
Vanaf 1 augustus 2026 moeten scholen alle veiligheidsincidenten registreren. Bij ernstige schade – sociaal, psychisch of fysiek – geldt een meldplicht bij de Inspectie van het Onderwijs. Het gaat bijvoorbeeld om fysiek geweld met letsel, seksuele intimidatie, discriminatie, bedreiging, diefstal of drugs- en wapenbezit. Ook incidenten buiten schooltijd die invloed hebben op de schoolveiligheid vallen hieronder.

3. Jaarlijkse veiligheidsmonitor uitvoeren
Schoolbesturen worden verplicht om het veiligheidsbeleid jaarlijks te evalueren, onder andere op basis van:

  • de resultaten van de leerlingenmonitor,
  • de veiligheidsbeleving van het personeel,
  • geregistreerde incidenten,
  • en de adviezen/verslagen van de vertrouwenspersonen.

De evaluatie moet besproken worden met de medezeggenschapsraad (MR).

4. Uitbreiding meld-, overleg- en aangifteplicht bij seksueel grensoverschrijdend gedrag
De meld-, overleg- en aangifteplicht bij seksuele misdrijven wordt uitgebreid. Voortaan geldt deze verplichting ook bij seksuele intimidatie door iemand met een taak of functie binnen de school, ook richting meerderjarige leerlingen of studenten. Scholen moeten dit zorgvuldig verwerken in hun veiligheidsbeleid en personeelsleden hierover informeren en trainen.

5. Samenwerking met externe partijen en zorgvuldige afweging bij aangifte
Scholen worden gestimuleerd om nauwer samen te werken met gemeenten, politie en justitie, en daarbij heldere afspraken te maken over gegevensuitwisseling. Hoewel er geen algemene aangifteplicht komt, is het belangrijk dat scholen een duidelijk aangiftebeleid hanteren. Het belang van het slachtoffer staat daarbij altijd voorop. Signalen moeten serieus en zorgvuldig worden gewogen, in overleg met de betrokken partijen.

6. Verplichte klachtenregeling en landelijke klachtencommissie
Scholen moeten beschikken over een heldere klachtenregeling waarin staat hoe klachten kunnen worden ingediend en behandeld. Daarnaast zijn scholen verplicht zich aan te sluiten bij een landelijke klachtencommissie. De oordelen van deze commissie moeten in principe worden overgenomen.

Let op: Het wetsvoorstel Vrij en Veilig Onderwijs, waarin bovenstaande maatregelen zijn opgenomen, is nog niet definitief. Het moet nog worden behandeld in de Tweede en Eerste Kamer. Tot die tijd kan de inhoud nog (deels) wijzigen.

Wil je als school beginnen aan de voorbereidingen?
Lees onze blogs voor praktische tips of bekijk onze website voor scholingsmogelijkheden om jouw school tijdig klaar te maken voor de Wet Vrij en Veilig Onderwijs!

Het nieuwsbericht van de Rijksoverheid vind je hier.

Scroll naar boven