Betrokkenheid bij criminele activiteiten door leerlingen kan soms lastig te herkennen zijn, maar het is ontzettend belangrijk om hier alert op te zijn. Door tijdig signalen op te pikken, kunnen we bijdragen aan een veilige plek voor leerlingen om te leren en groeien.
Algemene signaleren waar je alert op kunt zijn:
– Storend gedrag (56%) en veel bewegen in school (45%) komen het vaakst voor.
– Negatieve uitspraken over politie (41%) of liegen of smoesjes (40%) kunnen wijzen op criminele activiteiten.
– Gewelddadig gedrag (35%), rondhangen met oudere jongeren of niet-leerlingen (36%), of teruggetrokken gedrag (33%) zijn belangrijke aandachtspunten.
– Minder opvallende signalen zoals schoolverzuim (27%) en plots slechtere schoolresultaten (26%) verdienen ook aandacht.
Meer directe signalen van betrokkenheid bij zwaardere criminaliteit
Hoewel minder vaak gerapporteerd, worden de volgende signalen beschouwd als duidelijke aanwijzingen voor criminele betrokkenheid:
– Een opvallend dure leeftstijl zonder verklaarbare inkomsten (20%).
– Het bezit van meerdere telefoons (19%), wat kan wijzen op betrokkenheid bij illegale activiteiten.
Let op: het nieuwe landelijke beleid waarin telefoons worden geweerd in de klas vormt hiervoor sinds kort ook een logische verklaring.
– Het plotseling beschikken over veel contant geld (17%).
Deze percentages geven aan hoe vaak docenten deze signalen herkennen bij leerlingen die betrokken waren bij een zwaardere vorm van criminaliteit. De ‘hardere’ signalen worden minder vaak waargenomen, mogelijk omdat ze minder zichtbaar zijn voor docenten. Dit kan komen doordat leerlingen deze gedragingen verhullen, of doordat docenten niet precies weten wat bijvoorbeeld dure kleding of gadgets zijn.
De algemene signalen overlappen vaak met mentale problematiek, huiselijk geweld of de uitdagingen van de puberteit. Dit vraagt om zorgvuldigheid en het vermijden van vooroordelen of aannames.
Het belangrijkste is dat je signalen bespreekbaar maakt met de leerling (en evt ouders), je zonder aannames je zorgen duidelijk aangeeft en weet wanneer je hulp moet inschakelen bij een collega, zorgcoördinator of externe professional. Zo zorgen we samen voor een veilige plek waar leerlingen zich gesteund voelen en kansen krijgen om zich positief te ontwikkelen.



