
Inleiding
Criminaliteit onder jongeren is een complex en veelomvattend fenomeen, dat ontstaat door een wisselwerking van diverse risicofactoren en het ontbreken van beschermende factoren. Uit onderzoek blijkt dat jongeren die worden blootgesteld aan negatieve invloeden op individueel, gezins-, school- en maatschappelijk niveau een hoger risico lopen op delinquent gedrag (Murray & Farrington, 2010). Dit blog belicht de belangrijkste risicofactoren, de bijbehorende beschermende factoren en de rol die het onderwijs kan spelen in het voorkomen van jeugdcriminaliteit.
Risicofactoren
Individueel
Jongeren met een lage mate van zelfcontrole – gekenmerkt door impulsiviteit en een gebrek aan beheersing – hebben een grotere kans om verleid te worden tot crimineel gedrag (Servaas, Weerman & Fischer, 2021; Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid [CCV], z.d.). Een gebrek aan toekomstperspectief, waarbij jongeren desillusie ervaren over hun kansen, kan eveneens leiden tot een verhoogd risico op delinquent gedrag (Wegwijzer Jeugd en Veiligheid, z.d.). Bovendien wijzen vroege gedragsproblemen, zoals antisociaal gedrag en agressie, op een verhoogde kans op delinquent gedrag (Nederlands Centrum Jeugdgezondheid [NCJ], z.d.), en draagt middelenmisbruik – zoals alcohol- en drugsgebruik – bij aan dit risico (Blaauw & Huberts, z.d.).
Gezin
Risico’s op gezinsniveau omvatten onder andere een familiegeschiedenis van criminaliteit en een gebrek aan ouderlijk toezicht. Instabiele gezinssituaties, waarin bijvoorbeeld weinig aandacht wordt besteed aan emotionele ondersteuning, verhogen de kans op gedragsproblemen en delinquentie (Servaas, Weerman & Fischer, 2021). Ook ervaringen met huiselijk geweld of verwaarlozing dragen bij aan een verhoogd risico.
School
Negatieve schoolervaringen en voortijdig schoolverlaten zijn belangrijke risicofactoren. Een gebrek aan sociale binding met de school – wat blijkt uit een verminderde betrokkenheid bij schoolactiviteiten – verhoogt niet alleen de kans op voortijdig schoolverlaten, maar ook op delinquent gedrag (Servaas, Weerman & Fischer, 2021; Traag & Marie, 2011).
Sociale en maatschappelijke omgeving
Sociale invloeden spelen eveneens een cruciale rol. Het hebben van een criminele of deviante vriendengroep en de druk om erbij te horen, vergroten de kans op delinquent gedrag (Servaas, Weerman & Fischer, 2021). Bovendien blijkt dat op maatschappelijk niveau wonen in achterstandswijken – gekenmerkt door lage sociale cohesie en beperkte economische kansen – een omgeving creëert waarin criminaliteit gemakkelijker wortel schiet (Servaas, Weerman & Fischer, 2021; CBS, 2011). Specifiek voor georganiseerde criminaliteit is opgroeien in een crimineel netwerk en toegang tot criminele markten van groot belang.
Beschermende factoren
Tegenover deze risicofactoren staan beschermende factoren die fungeren als buffer en delinquent gedrag kunnen voorkomen.
Individueel
Beschermende factoren op individueel niveau omvatten positieve persoonlijke eigenschappen. Jongeren die geloven in hun eigen kunnen (self-efficacy) en beschikken over een sterk probleemoplossend vermogen, zijn beter in staat om verleidingen te weerstaan (Servaas, Weerman & Fischer, 2021). Daarnaast dragen stressbestendigheid, effectieve emotionele regulatie, een goed ontwikkeld moreel besef en het vermogen om langetermijndoelen na te streven bij aan een lagere kans op crimineel gedrag (NCJ, z.d.; Blaauw & Huberts, z.d.; CBS, 2011).
Gezin
Binnen het gezin dragen beschermende factoren aanzienlijk bij aan het voorkomen van delinquent gedrag. Zo blijkt dat de aanwezigheid van een stabiele, betrouwbare volwassene – bijvoorbeeld een ouder, grootouder of mentor – en het consistent overdragen van gezamenlijke waarden zorgen voor een veilige en ondersteunende thuisomgeving (Verwey-Jonker Instituut, 2008; NJi, n.d.). Tevens wijst onderzoek uit dat een opvoedingsstijl met duidelijke maar flexibele grenzen en open communicatie het risico op delinquent gedrag vermindert (Servaas et al., 2021; Eerste Kamer, 2021).
School
Een motiverende en stimulerende onderwijsomgeving is cruciaal. Positieve leerervaringen, sterke vertrouwensrelaties met docenten en de beschikbaarheid van alternatieve leertrajecten dragen bij aan een sterke sociale binding met de school. Dit vermindert niet alleen de kans op voortijdig schoolverlaten, maar fungeert ook als een buffer tegen criminaliteit (CBS, 2011; Servaas, Weerman & Fischer, 2021; Verwey-Jonker Instituut, 2008).
Sociale en maatschappelijke omgeving
Sociale erkenning buiten criminele kringen – bijvoorbeeld via sport, muziek of vrijwilligerswerk – helpt jongeren positieve rollen te ontdekken en weerbaarder te worden tegen negatieve groepsdruk (Servaas, Weerman & Fischer, 2021; NJi, n.d.; CBS, 2011). Daarnaast biedt een toegankelijk netwerk van instanties, stabiele werk- en opleidingsmogelijkheden en mentorprogramma’s extra bescherming tegen delinquent gedrag (Servaas, Weerman & Fischer, 2021; CBS, 2011; Verwey-Jonker Instituut, 2008).
De rol van het onderwijs
Scholen bevinden zich op het kruispunt van deze invloeden en hebben daarom een cruciale taak in het voorkomen van delinquent gedrag. Door een positieve, veilige en stimulerende leeromgeving te creëren, kunnen scholen niet alleen de academische prestaties verbeteren, maar ook bijdragen aan de sociale en emotionele ontwikkeling van jongeren. Dit houdt in dat onderwijsinstellingen proactieve maatregelen moeten nemen om zowel de risicofactoren te verminderen als de beschermende factoren te versterken.
Conclusie
Het is evident dat criminaliteit onder jongeren ontstaat door een samenspel van diverse risicofactoren, zoals weinig zelfcontrole, negatieve schoolervaringen en een criminele sociale omgeving. Tegelijkertijd kunnen beschermende factoren – waaronder positieve schoolbinding, sterke gezinsrelaties en het ontwikkelen van zelfvertrouwen en probleemoplossend vermogen – het risico op delinquent gedrag aanzienlijk verminderen.
Aanbeveling voor het onderwijs
Onderwijsinstellingen kunnen structureel investeren in het creëren van een veilige en motiverende leeromgeving. Dit kan worden bereikt door:
- Schoolbinding en motivatie te versterken: Zorg bijvoorbeeld voor praktijkgerichte en gepersonaliseerde leertrajecten, waarbij leerlingen zich gewaardeerd en betrokken voelen.
- Sociale en emotionele vaardigheden te ontwikkelen: Integreer lessen over zelfregulatie, morele ontwikkeling en weerbaarheid tegen groepsdruk in het curriculum en bied begeleidingstrajecten aan.
- Sterke mentorrelaties op te bouwen: Wijs leerlingen met veel risicofactoren en weinig beschermende factoren een mentor toe – of, nog beter, laat hen er zelf een kiezen – en stimuleer peer-supportsystemen.
- Vroegtijdige signalering en ondersteuning: Werk samen met ouders en externe partners om risicogedrag vroegtijdig te herkennen en adequaat in te grijpen.
- Alternatieve successen te creëren: Bied buitenschoolse activiteiten, stages en andere positieve vrijetijdsbestedingen aan, zodat jongeren reële toekomstmogelijkheden zien.
Door deze geïntegreerde aanpak kan het onderwijs een fundamentele rol spelen in het voorkomen van delinquent gedrag en het bevorderen van een veilige en positieve ontwikkeling van jongeren.
Waarom staat het geven van voorlichting hier niet tussen?
Het geven van algemene voorlichting over criminaliteit wordt vanuit de wetenschap niet aanbevolen. Er is geen bewijs dat het effectief is, en het kan zelfs averechts werken: het kan leerlingen juist nieuwsgierig maken en daarmee schadelijke gevolgen hebben.
Meer weten?
Lees hier onze uitgebreide blogpost over algemene voorlichtingen.
Referenties
Blaauw, E., & Huberts, J. (z.d.). Middelengebruik en criminaliteit; welke relaties bestaan hierin? Hanzehogeschool Groningen, Verslavingszorg Noord Nederland.
Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). (z.d.). Risicofactoren voor criminaliteit verschillen per misdaadtype. Geraadpleegd op 26 februari 2025, van https://ccv-secondant.nl
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2011). Sociale binding met school en jeugddelinquentie. Geraadpleegd op 26 februari 2025, van https://www.cbs.nl/
Eerste Kamer der Staten-Generaal. (2021). Jeugdcriminaliteit en opvoeding. Geraadpleegd op 26 februari 2025, van https://www.eerstekamer.nl
Murray, J., & Farrington, D. P. (2010). Risk factors for conduct disorder and delinquency: Key findings from longitudinal studies. The Canadian Journal of Psychiatry, 55(10), 633-642.
Nederlands Centrum Jeugdgezondheid. (z.d.). Antisociaal gedrag op jonge leeftijd: De rol van de JGZ. Geraadpleegd op 26 februari 2025, van https://www.ncj.nl
Servaas, L., Weerman, F. M., & Fischer, T. F. C. (2021). Risico-, versterkende en beschermende factoren voor crimineel gedrag: Een literatuuronderzoek naar de wetenschappelijke stand van zaken. Erasmus Universiteit Rotterdam. Geraadpleegd van https://repub.eur.nl/
Traag, T., & Marie, O. (2011). De invloed van sociale binding met school op voortijdig schoolverlaten en jeugddelinquentie. In Sociaaleconomische trends, 2e kwartaal 2011. Centraal Bureau voor de Statistiek. Geraadpleegd op 26 februari 2025, van https://www.cbs.nl
Trimbos-instituut. (z.d.). Mentale gezondheid jeugd: Risico- en beschermende factoren. Geraadpleegd op 26 februari 2025, van https://www.trimbos.nl
Verwey-Jonker Instituut. (2008). Achtergronden van jeugddelinquentie en middelengebruik. Geraadpleegd op 26 februari 2025, van https://www.verwey-jonker.nl/wp-content/uploads/2008/01/Achtergronden-jeugddelinquentie-middelengebruik_2533.pdf
Wegwijzer Jeugd en Veiligheid. (z.d.). Beschermende en risicofactoren jeugdcriminaliteit. Geraadpleegd op 26 februari 2025, van https://wegwijzerjeugdenveiligheid.nl


